Uitvoerend aandachtsnetwerk

Het uitvoerende aandachtsnetwerk bepaalt hoe de geselecteerde taakrelevante informatie wordt verwerkt (Posner, 2012:72-97). Soms wordt het ook "concentratie" of "zelfregulatie" genoemd. In de cognitieve neurowetenschappen wordt dit systeem het cognitieve controlesysteem genoemd (Gazzaniga, 2019:516ff). Dit systeem leunt zwaar op regio's in de prefrontale cortex en hun connectiviteit met de rest van de hersenen. Vanuit een ontwikkelingsperspectief is de prefrontale cortex het laatste deel van de hersenen dat rijpt (Casey et al., 2005). Gemiddeld is de prefrontale cortex volgroeid tussen 22 en 25 jaar.

Het uitvoerende aandachtsnetwerk zorgt voor top-down controle over gedrag en gedachten. Het kan worden vergeleken met een spoorman, die de wissels in de juiste stand zet, zodat elke trein op het juiste spoor aankomt (Dehaene; 2020:159). Of met andere woorden, het uitvoerende aandachtsnetwerk beslist hoe de bijgewoonde informatie wordt verwerkt op basis van het huidige doel dat we willen bereiken. Enkele taken van het uitvoerende aandachtsnetwerk:

  • een actieplan maken
  • selecteren van taakrelevante informatie
  • afleidingen remmen
  • actie ondernemen
  • het gedrag volgen en op koers houden
  • wisselen van strategie (als de gekozen strategie niet werkt)

In de prefrontale cortex zijn twee gebieden van belang:

  • Laterale prefrontale cortex (LPFC): werkgeheugen, een tijdelijke buffer die taakrelevante informatie vertegenwoordigt die is opgeslagen in andere hersengebieden (Gazzaniga, 2019:520).
  • Anterior Cingulate Cortex (ACC): detecteert wat "responsconflict" wordt genoemd (Cohen et al., 2000). Als de ACC een moeilijke situatie detecteert, versterkt het de taakrelevante representaties in het werkgeheugen.

Er is echter een belangrijk voorbehoud: het werkgeheugen kan niet tegelijkertijd twee verschillende taken actief houden (Cognitive Load TheorySweller, 1988). Multitasken is dus onmogelijk. Bij zogenaamd "multitasken" schakelen de hersenen snel tussen taak A en taak B. Maar dat schakelen heeft een prijs: het kost meer energie (taak-omschakelingskosten), en er worden meer fouten gemaakt. Als je dit wilt testen: taak A: zeg het alfabet; taak B tel tot 26; schakel nu tussen taak A en taak B: A 1, B 2, C 3, D 4, ....

Het executieve aandachtsnetwerk is verantwoordelijk voor een van de essentiële vaardigheden die leerlingen kunnen en moeten ontwikkelen. Als leerkracht kun je deze ontwikkeling ondersteunen door leermogelijkheden te bieden waarin zij leren zichzelf te beheersen, zich te concentreren, hun leervorderingen te volgen en, indien nodig, hun lopende leerproces bij te sturen.

We kunnen niet verwachten dat een kind of een volwassene twee dingen tegelijk leert. Lesgeven vereist aandacht voor de grenzen van de aandacht, en dus het zorgvuldig prioriteren van specifieke taken. Elke afleiding vertraagt of verspilt onze inspanningen: als we proberen meerdere dingen tegelijk te doen, raakt ons centraal uitvoerend orgaan snel het spoor bijster.

– Dehaene (2020:162)

De beschikbare primaire gegevens ondersteunen dus niet het concept van een aandachtslimiet van 10 tot 15 minuten. Interessant is dat de meest consistente bevinding van een literatuuronderzoek is dat de grootste variabiliteit in de aandacht van leerlingen voortkomt uit verschillen tussen leerkrachten en niet uit de onderwijsvorm zelf.

– Bradbury (2016:149)

Als je meer wilt lezen:

  • De Haan, M. (2013). Attention and executive control. In: Mareschal, D., Butterworth, B., & Tolmie, A., Educational neuroscience, 325-348.
  • Dehaene, S. (2020)How we learn: The new science of education and the brain. Penguin UK, 147-175
  • Posner, M. I. (2012)Attention in a social world. Oxford University Press.
  • Afdeling, J. (2020). The student’s guide to cognitive neuroscience (Fourth edition), 203-231.
nl_BEDutch